De schrijver van dit boek, de Amerikaan William Blum (1933) is journalist, redacteur van de Washington Free Press en expert op het gebied van de Amerikaanse buitenlandse
politiek. In 1967 verliet hij het ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS vanwege zijn weerstand tegen de Amerikaanse
politiek in Vietnam. In het voorwoord bij deze Nederlandse uitgave gaat Aart Brouwer, redacteur van De Groene Amsterdammer,
kritisch in op enkele uitgangspunten en beweringen van de schrijver en stelt o.a. terecht dat Amerikanen "evengoed als wij
(Europeanen, JB) in staat zijn zich (...) intellectueel en politiek te verzetten." Anders gezegd: we moeten niet domweg "anti-Amerikaans"
zijn maar ons richten op (en verzetten tegen) de agressieve Amerikaanse buitenlandse politiek. Net als veel Amerikanen zelf
overigens doen.
"Als ik president van de VS was, zou ik de terroristische aanslagen op Amerika in een paar dagen kunnen stoppen.
Voorgoed. Ik zou me eerst verontschuldigen bij alle weduwen en wezen, de gemartelden en verarmden, en al die vele miljoenen
slachtoffers van het Amerikaanse imperialisme. Dan zou ik aankondigen, in alle eerlijkheid, aan alle hoeken van de wereld,
dat de mondiale interventies van Amerika tot stoppen zijn gebracht, en Israël ervan op de hoogte stellen dat het niet langer
de 51ste staat van de Verenigde Staten van Amerika is maar voortaan vreemd genoeg een buitenland. Ik zou vervolgens het militaire
budget met minstens negentig procent verlagen en die bezuiniging gebruiken voor herstelbetalingen aan de slachtoffers. Er
zou meer dan genoeg geld zijn. Het militaire budget van één jaar, 330 miljard dollar, staat gelijk aan ruim 18.000 dollar
per uur, voor elk uur sinds de geboorte van Jezus Christus. Dat is wat ik zou doen mijn eerste drie dagen in het Witte Huis.
Op de vierde dag zou ik worden vermoord." Ziedaar het kernprobleem van de Amerikaanse samenleving: in theorie vrij en
democratisch (met overigens een grote mate van vrijheid van meningsuiting), maar in feite geregeerd door een conglomeraat
van economische, financiële en militaire machten (het militair-industreel complex) die alle hen ten dienste staande middelen
hebben gebruikt, nu gebruiken en in de toekomst wel zullen blijven gebruiken, om die macht veilig te stellen.
Amnesty International berichtte in 1996: "In de hele wereld, iedere dag, worden mannen, vrouwen en kinderen gedwongen
te vluchten, gefolterd of vermoord, of "verdwijnen" ze, door toedoen van regeringen of gewapende politieke groeperingen. De
Verenigde Staten zijn vaker wél dan niet medeschuldig." Blum documenteert heel nauwkeurig de goede daden van de VS: bombardementen,
interventies, martelingen, chemische en biologische oorlogvoering, omverwerping van democratisch gekozen regeringen, enz.
"De FBI definieert internationaal terrorisme als het onwettig gebruik van dwang of geweld door een groep of persoon die enige
connectie heeft met een buitenlandse macht of wiens activiteiten de nationale grenzen overschrijden, tegen personen of eigendommen,
om een regering, de burgerbevolking of welk segment daarvan ook te intimideren of te dwingen, ter bevordering van politieke
of sociale doelstellingen. De definitie van de FBI, hoewel bedoeld om acties te beschrijven die gericht tegen de Verenigde
Staten, lijkt ook behoorlijk goed van toepassing te kunnen zijn op talloze acties van de Verenigde Staten zelf."
Hoewel Amerika na het beëindigen van de oorlog In Vietnam plechtig herstelbetalingen aan dat door hen geteisterde
land beloofde, heeft het nooit ook maar één dollarcent overgemaakt. Vietnam daarentegen begon in 1997 de 145 miljard dollar
schuld terug te betalen die de verslagen pro-Amerikaanse Zuid-Vietnamese regering had gemaakt - op straffe van economische
wurging door o.a. het Internationaal Monetair Fonds.
De verontwaardiging van de Amerikaanse regering over de biochemische wapens van het Irak onder Saddam Hoessein
was en is op zijn zachtst gezegd merkwaardig, want "Volgens rapporten van een commissie van de Amerikaanse Senaat in 1994
werd vanaf 1985, zoniet eerder, tot in 1989 een waar heksenbrouwsel van biologische materialen geëxporteerd naar Irak door
private Amerikaanse leveranciers, conform aanvraag en licenties verleend door het Amerikaanse ministerie van Handel." Onder
deze materialen: bacillus anthracis, oorzaak van antrax oftewel miltvuur. Later ontdekten de wapeninspecteurs dat deze materialen,
zo gaat de commissie verder, identiek zijn aan de Amerikaanse spullen Handel in en verkoop van biologische wapens door Amerikaanse
bedrijven mag blijkbaar. Ze gebruiken (door de VS) tegen opstandige volken mag ook. Irak, dat ze gekocht heeft van de Amerikanen,
mag ze echter niet hebben. Amerikaanse logica? Overigens is Irak, wat biochemische wapens betreft, als gevolg van de jarenlange
buitengewoon intensieve wapeninspecties zo goed als ontwapend en vormt het geen reële bedreiging meer voor zijn buurlanden
- hoogstens voor zijn eigen bevolking. Wat overigens erg genoeg is, laat daar geen misverstand over bestaan. De door de VS
geplande aanval op Irak heeft dan ook niets te maken met verontwaardiging over massavernietigingswapens (Amerika heeft ze
zelf al vele malen gebruikt) maar alles met een weloverwogen strategie: de beheersing van het Midden-Oosten en de aangrenzende
regios door de Verenigde Staten. De Pax Americana lijkt in dit opzicht op de Pax Romana: zolang men zich onderwerpt valt er
met de Amerikanen te leven, maar zodra men zich weigert te onderwerpen worden terreur, oorlog, staatsgrepen, onderdrukking,
uitroeiing, al naargelang de omstandigheden, toegepast om de betreffende bevolking in het gareel te houden. Chili, Nicaragua,
Vietnam en Cuba, zijn slechts enkele van de navrante getuigen.
Blum laat de keerzijde van de Amerikaanse medaille zien. Hoewel kritiek op sommige punten mogelijk is, is zijn
boek een document dat in geen enkele boekenkast mag ontbreken. Het is een belangwekkend deel in de serie "De Kritische Reeks"
waarin o.a. ook "No Logo" van Naomi Klein verscheen.