Sommige mensen vergeet men niet. Anton Constandse (1899-1985) is een van die onvergetelijke persoonlijkheden. Markant,
briljant, bescheiden.
Individualisme
Constandse was weliswaar anarchist, maar zag al in 1938 in dat dit ideaal niet te verwerkelijken is en nam afscheid
van het (politieke) radicaal-anarchisme. We kunnen met hem het anarchisme echter ook opvatten als een (in allerlei landen
en perioden van de geschiedenis in verschillende vormen en varianten optredende) vrijheidlievende geestelijke en culturele
stroming die een sociaal individualisme nastreeft. Als we de maatschappelijke betrekkelijkheid én de sociale betrokkenheid
ervan op hun juiste waarde schatten, blijkt dit individualisme een inspirerende levenshouding en zelfs een onmisbare factor
in de maatschappelijke evolutie te zijn. Peter Kropotkin (1842-1921), de 'anarchistische Russische prins', noemde dit verschijnsel
wederkerig dienstbetoon, dat hij even onontkoombaar achtte als de strijd om het bestaan. Constandse's anarchisme werd na 1938
dan ook meer cultureel en literair dan politiek van inhoud. Kunst en literatuur zijn in zijn opvatting in wezen 'anarchistisch'
(individualistisch). Op talloze manieren beelden kunstenaars dit vrijheidsstreven uit of brengen het onder woorden. Kunst
als daad van verzet. Constandse heeft hier belangwekkende dingen over gezegd en geschreven.
Over het individualisme als geestelijke houding en maatschappelijke stroming schreef hij:
"Geestelijk was het individualisme van grote betekenis voor de evolutie. Maar zijn denkbeelden en idealen konden
slechts worden bevorderd voorzover collectiviteiten daartoe bereidheid en vermogen toonden te bezitten. En aldus is individuele
vrijheid toch een sociaal ideaal." (Cursief van mij, JB)
Dit citaat uit "Het souvereine ik - Het individualisme van Lao-tse tot Friedrich Nietzsche" (Uitg. Meulenhoff,
1983) is, zoals de schrijvers van dit boek over Constandse terecht stellen, "het credo van Constandse's atheïsme en anarchisme.
En is de laatste zin ook niet het credo van elke vrijdenker en elke humanist?" De juiste dynamische balans vinden tussen individu
en samenleving: Constandse's levenshouding in een notendop.
Atheïsme, humanisme
Voor Constandse waren atheïsme en humanisme synoniemen. Tegenwoordig is dit geen vanzelfsprekendheid meer. Ook
Anton begreep dit. Hoewel enkele opvattingen niet veranderen, evolueerden ook zijn opvattingen in de loop der jaren. Zo zag
hij het hedendaagse humanisme en "het Humanistisch Verbond als de erfgenaam van drie geestelijke stromingen, die elk op hun eigen wijze tot een bovengodsdienstige ethiek waren gekomen:
naast de vrijdenkers waren dat de socialisten en de vrijzinnig-protestanten." (In het blad "Rekenschap, Driemaandelijks tijdschrift
voor wetenschap en cultuur", 1966). Zo vertegenwoordigde de omroep VPRO in zijn ogen een uitermate belangrijke culturele rol.
En dat met socialisme niet het zitvleessocialisme wordt bedoeld maar het historisch diep gewortelde emancipatiestreven van
de producerende klassen in individuele, sociale, politieke, geestelijke en culturele zin, moge inmiddels duidelijk zijn.
Het zitvleessocialisme is van deze emancipatie helaas een hardnekkig en ook wel begrijpelijk bijverschijnsel.
Constandse schreef meer dan honderd boeken en vele duizenden artikelen over evenzovele onderwerpen en personen.
Een greep: vrijdenken, atheisme, humanimse, antimilitarisme, communisme, de Koude Oorlog, anarchisme, seksuele hervorming,
Herman Gorter, Spinoza, Spaanse literatuur, Dada, het sociale individualisme en het asociale iktijdperk, Vietnam, Latijns-Amerika, imperialisme,
neokolonialisme. Hij leverde zowel bijdragen aan de Groene Amsterdammer en Vrij Nederland als aan het vrijdenkersbladen de Dageraad en de Vrije Gedachte. Voor het Handelsblad (het latere NRC Handelsblad) schreef hij zijn vaste rubriek en voor de VPRO radio las hij zijn commentaren. Het mooie van Constandse was, dat ook als je het niet met hem eens was, hij je toch wist te
boeien.
Een onvermijdelijk zeer uitgebreide beredeneerde bibliografie en een evenzeer onvermijdelijk uitermate beknopte
biografie alsmede een bijzonder handig register, besluiten dit boek dat ik iedereen wil aanbevelen. Nu ayatollahs van diverse
pluimage hun kans schoon zien om hun benauwende ideeën (opnieuw) op te leggen, kan een stem als die van Constandse niet luid
en duidelijk genoeg klinken. Constandse's denken noopt niet tot na-apen, wel tot nadenken.
© Jan Bontje 2001/2003