_____________________________________________________________________________
11 September 2001. Een datum die in de collectieve geheugens van zowel de Westerse als de Islamitische wereld staat
gegrift. Vriend noch vijand zullen deze dag licht vergeten. Er ging een schokgolf van ongekende kracht door de wereld toen
het symbool van het Amerikaanse ongebreidelde kapitalisme en imperialisme, het World Trade Center in New York, door vliegtuigen
werd vernietigd en the American Dream vrijwel live op tv in een nachtmerrie veranderde. Hoe kon dit gebeuren, vroeg en vraagt
men zich verbijsterd af. Werd deze weerzinwekkende misdaad (want dat was het, laat daar geen misverstand over bestaan!) dan
niet voorzien? Had deze slachting niet voorkomen kunnen worden? De auteurs van dit boek, voer voor democraten, probeert aan
te tonen dat de Amerikaanse inlichtingendiensten de kapers willens en wetens lieten begaan en geeft als antwoord op de vraag
" gaat het militair-strategische denken van generaals en geheime diensten zover dat ze in bepaalde omstandigheden kiezen
voor bloedige terreuraanslagen tegen het eigen Amerikaanse volk"? (blz. 99) een openlijk ja.
Waarschuwingen en bewijzen
"Een maand voor de fatale 11de september 2001 geeft de Russische president Poetin zijn inlichtingendiensten de opdracht
de Amerikaanse regering in de meest dringende en dwingende termen te waarschuwen dat terroristen grootscheepse aanvallen op
Amerikaanse regeringsgebouwen plannen. Russische officieren zeggen daarop aan hun collegas van de CIA dat 25 terroristen opgeleid
werden om vliegtuigen te kapen en die in zelfmoordacties te pletter te doen vliegen." (blz. 6). Washington haalt de schouders
op en zegt niets te kunnen doen. Eerder, in juni 2001, zegt de Duitse inlichtingendienst BND letterlijk tegen de CIA: "Terroristen
uit het Midden-Oosten zijn van plan passagiersvliegtuigen te kapen om daarmee belangrijke symbolen van de Verenigde Staten
aan te vallen." (blz. 7). Naast waarschuwingen kwamen er aanwijzingen en keiharde bewijzen - niet alleen van buiten de
V.S. Op 17 augustus 2001 wordt in de staat Minnesota een Marokkaan aangehouden nadat de FBI op zijn vreemde gedrag wees: hij
nam vlieglessen maar wilde perse niet leren landen of opstijgen. De agent die het onderzoek leidde "schrijft dat het vermoedelijk
om een kaper gaat die van plan was met een vliegtuig in het World Trade Center te vliegen." (blz. 8). Al eerder, in september
1999 (!), schrijft een commissie van de Library of Congress in een rapport: "Zelfmoordpiloten van het martelarenbataljon
van al-Qaeda zouden vliegtuigen kunnen doen crashen tegen het Pentagon, het hoofdkwartier van de CIA of tegen het Witte Huis."
(blz. 10, 11) Hoewel ze tot 11 september 2001 aan een vorm van politieke zwakzinnigheid leken te lijden, lijken FBI en CIA
na de ramp opeens zowat alles te weten en volgt de ene arrestatie na de andere
Minutieus heeft de schrijver de gangen van de geheime diensten van de V.S. gevolgd. Hij laat zien dat de "meest
gezochte misdadiger" Osama bin Laden op de loonlijst van de CIA heeft gestaan en dat de "creatie van het Taliban-regime
() met de directe hulp van Pakistan en onder auspiciën van de Verenigde Staten" plaatsvond om het communistische regiem
in Afghanistan te bestrijden. (blz. 17) In juli 2001 (!) wordt bin Laden in een Amerikaans ziekenhuis in Dubai opgenomen maar
niet gearresteerd. Bovendien heeft hij een ontmoeting met het hoofd van de CIA aldaar en wordt hem geen strobreed in de weg
gelegd
Whats in a name?
Wat de achterliggende belangen van de V.S. zijn wordt helder in het volgende citaat: "De Britse krant The Guardian
(een internationaal gezaghebbend onafhankelijk links-liberaal blad, JB) schrijft op 16 januari 2002: De Verenigde
Staten zijn bezig met een strategische machtsgreep van een epische omvang in Centraal Azië. Vroeger zou en dit soort expansionisme
kolonialisme of imperialisme genoemd hebben. Nu heet het gewoon oorlog tegen het terrorisme." (blz. 96) Om een excuus
te hebben om deze oorlog om de macht in het Nabije Oosten en Centraal Azië te ontketenen én de bevolking van de V.S. en zijn
bondgenoten achter zich te krijgen, laat men de moordenaars van "9-11" kennelijk hun gang gaan.
Het relaas van de officiële actie tegen de aanslagen is misschien nog schokkender dan de aanslag zelf. Na 1994
is het volgens "mensen die wel wat weten van de veiligheid in het luchtruim, zo goed als onmogelijk" dat een vliegtuig het
WTC nadert en binnenvliegt zonder dat iemand tussenbeide komt. In dat jaar landt er nl. een eenmotorig vliegtuigje op het
grasveld vlak voor het Witte Huis. Vanaf die tijd is de USAF (de Amerikaanse Luchtmacht) voorbereid op soortgelijke incidenten.
Binnen maximaal "21 minuten tussen het verbreken van het contact tussen de controletoren en de piloot" (blz. 34) zijn
militaire vliegtuigen - en dit zijn praktijkvoorbeelden - bij het betreffende toestel. Na de eerste zelfmoordactie, die van
American Airlines vlucht 11, duurt het 48 minuten voor de straaljagers ter plaatse zijn. Bij de tweede actie, gericht tegen
de zuidelijke toren van het WTC, uitgevoerd door United Airlines vlucht 175, doet men niets, helemaal niets, om het
toestel te onderscheppen. Bij American Airlines vlucht 77 - het derde toestel, dat tegen het Pentagon (!) in Washington te
pletter vliegt - duurt het eveneens 48 minuten voor twee gevechtsvliegtuigen ter plaatse zijn - een minuut na de crash Hoe
kon dit zo lang duren? Het antwoord is even simpel als schokkend. De toestellen stegen op van relatief veraf gelegen bases
terwijl er vlakbij New York een luchtmachtbasis ligt; ze vlogen met een gemiddelde snelheid van 1050 resp. 890 km/u terwijl
ze gemakkelijk het drievoudige kunnen halen. Bovendien stegen ze veel te laat op: resp. 30 en 36 minuten na het verbreken
van het contact. Anders gezegd, pas negen minuten resp. een kwartier nadat ze al ter plaatse hadden moeten zijn, stegen ze
eindelijk op! Alsof ze hoe dan ook te laat moesten komen.
De Iraakse dreiging
Wat voor belang hebben de geheime diensten en de regering van de V.S. erbij om moordenaars hun gang te laten gaan
en duizenden mensen te doden? Ongeacht of zij Democratisch of Republikeins zijn, streefden en streven opeenvolgende Amerikaanse
regeringen naar handhaving van de Amerikaanse economische, politieke en militaire hegemonie. Zo was het John F. Kennedy, de
Democraat, die de aanval op Cuba (Varkensbaai, 1961) beval en in 1962/63 de oorlog in Vietnam zijn gruwelijke wending gaf.
Bush jr., Republikein, popelt van ongeduld om hem te overtreffen met een nieuwe aanvalsoorlog tegen Irak. Dat op dat moment
daar een misdadiger dictator is, hoeft geen discussie, net zo goed als het duidelijk is dat een oorlog tegen Irak niet om
democratie gaat maar om olie en macht. Wie twijfelt aan de visie van de schrijver moet het hierna volgende recente nieuws
lezen. Van onverdachte zijde komt steun voor het standpunt dat de "Iraakse dreiging" niet meer is dan een verzinsel: op 4
september 2002 verklaart oud-minister onder president "Johnson moordenaar", Ramsey Clark, op een persconferentie: "De bewering
dat Irak een bedreiging vormt, is complete oplichterij. Ik denk niet dat zij (de regering Bush en zijn bendeleden, JB) dat
zelf ook maar een minuut geloven." " Zbigniew Brzezinski, "één van de belangrijkste architecten van Amerikas buitenlandse
politiek en nationaal veiligheidsadviseur onder president Carter () schrijft al in 1997: Het nastreven van macht roept niet
meteen passies op bij het volk. Behalve als dat volk zich opeens bedreigd voelt." Op 11 september is die dreiging er."
(blz. 123) Hitler ensceneerde een "Pools grensincident" om een excuus te hebben Polen binnen te vallen en een Venlo-indicent
om Nederland aan te vallen. Bush hoefde niets te ensceneren. Hij kreeg zijn "grensincident" in de schoot geworpen. Hij heeft
ook geen fascistische dictatuur of rassenleer nodig om zijn doel te bereiken. Sterker: dat zijn slechts hinderpalen. Democratie
verkoopt veel beter.
Dit boek verdient een grote - kritische - lezersschare.