Wat heeft de stichting van Singapore met poëzie te maken? Wanneer en waarom ontstond het ollebolleke?
Wat is het verband tussen Thomas van Aquino (1225-1274) en de limerick? Hoeveel varianten, inclusief die
van Karl Marx, bestaan er van het sonnet? Het wordt ons allemaal met veel humor maar wetenschappelijk verantwoord
uiteengezet door de eminence grise van het lichte vers, Drs. P.
Op 24 september 2000 ontving drs. P (pseudoniem van H.H. Polzer, geboren 1919) de Tollensprijs voor zijn bijdrage aan de
Nederlandse taal en het Nederlandse cabaret. Twee weken eerder verscheen dit uitermate leesbare handboek.
Drs. P heeft geheel eigen - om niet te zeggen eigenzinnige - opvattingen over poëzie. Hij geeft grif toe dat niet voor
eens en altijd vast te stellen is wat poëzie is. Voor hem is poëzie in ieder geval niet het ongecontroleerd
onder woorden brengen van gevoelens, maar een door het intellect geleide ambachtelijke bezigheid. In dit boek - en in zijn
gehele oeuvre - beperkt hij zich dan ook tot wat hij versificatie noemt: ... de optimale weergave van beelden, gebeurtenissen,
ideeën, stemmingen in een door metrum en rijmschema bepaalde woordrangschikking. Door deze bewust gekozen beperking komt zijn
meesterschap volledig tot zijn recht. Versificatie leidt, in zijn geval, tot Polzeriaanse diversificatie...
Het boek behandelt ruim zestig versvormen. Geschiedenis, karakteristiek en werkwijze komen meer of minder uitgebreid bij
elke versvorm aan bod. Ook worden de begrippen rijm, rijmschema en metrum uitvoerig beschreven in het eerste deel. Bijna een
derde van het boek bestaat uit een gedegen uiteenzetting over deze bouwstenen zonder welke geen gedegen poëtisch bouwsel (althans
volgens Polzeriaanse opvattingen) kan worden gemetseld. Het boek bevat een alfabetisch register en een literatuurverwijzing.
Maar het is geen gortdroog werk. Integendeel. Met de hem typerende humor, ironie en soms venijn tovert hij een rijkgeschakeerd
en met talloze voorbeelden verluchtigd beeld van versvormen als sonnet en ballade, rondeel en kwatrijn, pantoum en aquarium.
Over het Italiaans sonnet: "Toch wist het Italiaanse schema zich aardig te handhaven, zowel tijdens de derde bloei (tweede
helft negentiende eeuw) als na de Eerste Wereldoorlog en van de week nog." Met onverholen tegenzin behandelt Polzer de tanka,
de haiku en de limerick. Over de limerick, waar hij "zwaar ademend" over geschreven heeft om objectief te blijven, schrijft
hij: er zijn "... myriaden van die dingen geschreven. Daaronder - dat is statistisch voorspelbaar - bevinden zich geestige."
De haiku is volgens hem geen poëzie. Potgieter (1808-1875, medeoprichter van de Gids) ging hem voor. Hij raadt de lezer aan:
"Werkwijze. Laat het." Hij neemt geen blad voor de mond: "Respect voor iemand die in een Westerse taal een voorgeschreven
aantal lettergrepen bijeenpeutert, zou misplaatst zijn." Het zij hem vergeven. Er zijn andere meningen.
Deze woordenschat is verplichte kost voor iedereen die gedichten schrijft of leest. Uitgeverij De Stiel is een non-profit-uitgeverij
waar professionals uit het boekenvak publicaties realiseren waarvan commerciële uitgeverijen het risico niet kunnen, durven
of willen dragen. Zij heeft met de uitgave van dit standaardwerk - "een verbeterde, gemoderniseerde en sterk uitgebreide versie
van het sinds lang uitverkochte en schier onvindbare Handboek voor plezierdichters (1983)" - de Nederlandse taal en
poëzie een dienst bewezen.
© Jan Bontje 2000/2003