Lucas Catherine, die dit jaar (2004) 25 jaar 'in het vak' zit, stelt in dit boek dat de geschiedenis van Europa
dringend herschreven dient te worden. Hoewel de goegemeente denkt dat onze aanraking met de islam dateert van pakweg 40 jaar
geleden toen de eerste gastarbeiders uit Turkije en Marokko naar Nederland en België kwamen, heeft Europa in werkelijkheid,
nog voor het zelfs Europa heette, al kennis gemaakt met de islam. Reeds Karel Martel (Martel = Strijdhamer, [ca. 689 22 okt.
741], een Frankischs hofmeier die erin slaagde koning van die het Frankische Rijk te worden) en Karel de Grote (Latijn Carolus
Magnus; Frans en Engels Charlemagne) (waarschijnlijk 742 - Aken 814), koning der Franken van 768 tot 814, koning
der Longobarden in het huidige Italië van 774 tot 814 en Rooms keizer van het totale Frankische Rijk van 800 tot 814) botsten
met het Arabische Rijk en wel op het Iberisch schiereiland. Het Andaloesische gerecht gazpacho dankt zijn bestaan aan
deze botsing van beschavingen: de Arabieren brachten het mee; hun woord jaz baqun betekent restantjes pletten.
Catherine, bekend om zijn letterlijk onthullende wijze van schrijven, ontrafelt de 'mythe van Poitiers' die in
de 19de eeuw - de tijd van het ontstaan van het imperialisme en moderne kolonialisme (zie hiervoor o.a. het pas verschenen
'Europa's koloniale eeuw' van H.L. Wesseling, Uitgeverij Bert Bakker, 2003, ISBN 90-351-2421-9) - werd gefabriceerd als nationalistisch
en eurocentrisch symbool voor het ontstaan van 'Europa'. De Arabieren werden in 732 verslagen bij Poitiers (genoemd naar de
Keltisch-Gallische stichters, de stam der Pictones of Pictavi), zoals ze wel meer bij andere plaatsen werden verslagen. Maar
zes jaar na de inval van de Fransen in Algerije, in 1836, werd een door de vice-conservator van de Franse Bibliothèque Royale
geschreven boek, 'Invasion des Sarrazins en France', de hoeksteen van de mythe dat Europa geboren werd bij Poitiers omdat
'een Frankische chef (stamhoofd) Europa behoed zou hebben voor Arabische barbarij'. Frankrijk was in 1936 een koninkrijk
onder Louis-Philippe van Orléans (koning van 1830 tot 1848) die een grondwet aanvaardde die de politieke macht in de handen
van de bezittende klasse legde en het grondgebied van Frankrijk wilde uitbreiden. (Literatuur en cultuur reflecteren immers,
hoewel soms op zeer complexe en tegenstrijdige wijze, de politieke, sociale en historische context waarin zij bestaan.) Meer
dan twaalf eeuwen na Poitiers en 130 jaar na de verkrachting van Algerije zou een Franse generaal, net als Karel de Grote
trouwens van Waalse (!) afkomst, in zijn functie van president van de Franse Republiek na bijna 7,5 jaar oorlog (1954-1962)
een einde maken aan het Franse kolonialisme in Algerije. 1)
De tegenstelling 'christendom versus heidendom' of 'Europese / westerse beschaving versus Arabische of islamitische
barbarij' zou later overigens meer dan eens opdoemen en zelfs de nauwelijks verbloemde hoofdmoot worden van 'the war against
terrorism' van Bush jr. en Tony Blair c.s. 2) Karel de Grote deed de eerste werkelijke poging één groot (Europees) rijk te
stichten. Als we naar de kaart kijken valt op dat wat vroeger Oost-Duitsland was daar niet bij hoorde. Om van Oost-Europa,
Groot-Brittannië en het Iberisch schiereiland niet te spreken. De latere Nederlanden vormden een belangrijke schakel in dit
geheel. Dezelfde Charlemagne stichtte de eerste scholen in Europa, echter niet zoals de Franse kindertjes leren in Frankrijk
maar in Aken in het tegenwoordige Duitsland. Karel was overigens geen 'Fransman' maar een 'Belg': hij stamde uit een adellijk
geslacht uit Herstal en Landen in de huidige provincie Luik in België dat teruggaat tot de zevende eeuw. De legende wil dat
Karel in de stad Luik is geboren. Catherine spreekt terecht van een 'Karolingische renaissance' door de vele contacten van
dit Frankische Rijk met de Arabieren in zowel Europa (Andaloesië in Spanje) als het Midden-Oosten.
Toen in het eerste millennium Europa getroffen werd door maatschappelijke rampen zochten de wereldlijke en kerkelijke
machthebbers, net als nu Bush c.s., een uitweg in 'heilige oorlogen': de kruistochten waren geboren. En passant ontdekten
de losgeslagen bendes 'soldaten van Christus' dat er nogal wat joden in de Rijnstreek leefden en 'moordden die massaal uit'.
(De econoom, filosoof en wereldhervormer van joodse komaf Karl Marx werd in 1818 in deze omgeving in Duitsland geboren.)
Catherine beschikt over de gave en het doorzettingsvermogen om ook ogenschijnlijk onbelangrijke details in de juiste
politieke, historische, religieuze, culturele en sociale context te plaatsen, zodat het dynamische beeld oprijst van een eeuwenlange
'interactieve' relatie tussen Europa en 'de islam en de Arabieren'. Zo verhaalt hij over de Vlaamse stad Brugge, 'onze eerste
grote stad met internationale uitstraling', waar de handelaars niet alleen rekenden met Arabische cijfers maar waar ook de
schilder Jan Van Eyck (gestorven 9 juli 1441) 'fotografisch' leerde schilderen dankzij een boek van Ibn Haitham 3) waarvan
Catherine een Latijnse vertaling vond in de abdij van Ter Duinen (België)... De rijstpap uit de titel is eveneens Arabisch:
het gerecht komt oorspronkelijk uit Bagdad, dat ooit de culturele en culinaire hoofdstad van de moslimwereld was. Toen men
met de opkomst van het protestantisme de Bijbel in het oorspronkelijke Hebreeuws wilde bestuderen ontdekte men dat het Hebreeuws
en Arabisch zustertalen zijn en men het Arabisch goed kon gebruiken bij die studie. De studie van het Arabisch in de Nederlanden
is dan ook in die tijd ontstaan. Beide talen zijn een Semitische taal. (Terzijde: zelfs het woord antisemitisme is dus, net
als de ziekte zelf, stompzinnig fout...) Europa heeft dus veel te danken aan de Arabieren, die in 'hun tijd' (lees: grofweg
onze middeleeuwen en onze renaissance) de Europeanen in beschaving en kennis ver vooruit waren.
Wellicht heeft u gehoord van de tulpenhandel? Men verkocht een bol die men niet had aan een ander die geen geld
had. In 1637 stortte deze windhandel in en werden tallozen te gronde gericht. (Waarom moet ik toch aan bepaalde processen
in onze huidige maatschappij denken?) Catherine verhaalt er uitgebreid over en geeft ook de merkwaardige etymologie van het
woord tulp: ons woord tulp is een Turks woord en een verbastering van tulband, vanwege de vorm. Het woord tulband stamt weer
uit het Perzisch dat het woord op zijn beurt leende van het Arabisch talib dat 'student' betekent: studenten droegen een tulband.
De hedendaagse fundamentalistische studenten in Afghanistan noemen zich dus 'gewoon' taliban: student... Onze Nederlandse
taal is doorspekt met Perzische maar vooral Arabische woorden die ons bereikten in de tijd van de kruistichten en de eeuwen
die volgden. Van alcohol tot algebra, van Allah (overigens de naam van God op Malta, een Rooms-Katholiek (!) land waar de
taal, het Maltees, verwant is aan het Arabisch dankzij eeuwenlange Arabische overheersing) tot boernoes en intifada (letterlijk
'opstand')...
In de Tachtigjarige Oorlog tegen Spanje (1568-1648) sloot Willem van Oranje een geheim verbond met de Ottomaanse
sultan en werd in Antwerpen een 'Barbarijse Stapel' (stapel: overslag van goederen) geopend en werd handel gedreven tussen
de opstandige provincies en het Ottomaanse Rijk. De Geuzen, die op 1 april 1572 Den Briel bevrijdden van het Spaanse juk,
droegen een halsketting met halve maansikkel en het opschrift 'Liever Turksch dan Paapsch'.
Catherine herschrijft onze geschiedenis vanuit het perspectief van de eeuwenlange intensieve contacten tussen Europa
en de islamitische en Arabische wereld en ontrukt terecht een opzettelijk verzwegen periode aan de vergetelheid: de deelname
van Arabische (Noord-Afrikaanse) soldaten aan de verdediging en later de bevrijding van Europa in de Tweede Wereldoorlog.
Ze vochten onder meer in mei 1940 in Zeeland, maar hebben zich onsterfelijk gemaakt in de slag bij Gembloers in Vlaanderen.
'De slag bij Gembloers 4) zal de militaire geschiedenis ingaan omdat de Duitse pantsers hier voor het eerst gestopt werden
sinds ze op 1 september 1939 Polen binnenrolden. Het was de eerste hapering in de Blitzkrieg en tevens de enige 'Franse' overwinning
in de campagne van mei 1940. De Duitsers verloren er bijna 300 pantsers; 2.250 Marokkanen lieten er het leven en liggen er
nu begraven op het Franse kerkhof van Chastres, een buurgemeente van Gembloers.' Het leger heette 'Frans' omdat de officieren
Fransen waren... Ook bij de bevrijding van Europa namen grote aantallen Noord-Afrikanen deel: 'De bijdrage van de Marokkanen
was dus enorm, en niet alleen in Gembloers. Enkele cijfers. Het Franse leger in Italië was 65.000 man sterk; 40.000 hiervan
waren Marokkanen. Ter vergelijking. In Italië vochten slechts 34.000 Amerikanen. In totaal leverden de Marokkanen 77.000 soldaten,
heel Noord-Afrika 223.000 man. 8.000 Marokkanen sneuvelden in Europa, meer dan een vierde hiervan ligt begraven in (de omgeving
van, JB) Gembloers. Tot voor kort was bijna iedereen dit verhaal vergeten. Zeker de Marokkanen die hier als gastarbeider arriveerden,
kenden die historie niet.' Het Franse woord tirailleur ontleent zijn naam aan deze 'vergeten helden': het betekent
inlands soldaat... die als kanonnenvoer naar voren werd geschoven om door middel van onophoudelijk en in het wilde weg schieten
(tirer = schieten; tirailler = 'vaak en ongeregeld vuren') de vijand moest weerstaan. Dit en nog veel meer
verhaalt deze eigenzinnige schrijver die zijn boek terecht besluit met de retorische vraag 'Wie is Europeaan: de Let of de
Marokkaan?' en daarbij waarschuwt voor een ruk naar rechts met de komst van miljoenen laaggeschoolde Oost-Europeanen, de oproep
van de paus om Europa te 'herkerstenen' en een Europese 'grondwet' waarin met geen woord gerept wordt over onze door het neoliberalisme
bedreigde sociale verworvenheden.
Het is jammer dat een alfabetisch trefwoordenregister ontbreekt: het zoeken naar gegevens zou er door vergemakkelijkt
worden en het boek zou aan waarde winnen als naslagwerk. Desalniettemin is het een aanrader, die ons Europeanen een spiegel
voorhoudt waarin wij ons gezicht minder fraai maar wel vollediger zien dan door de geslepen lenzen van een door kolonialisme,
rassenvooroordeel en imperialisme gekenmerkt Europa.
Noten:
1) Hoe de Franse kolonialisten, verenigd in de terreurorganisatie OAS, tóén hebben huisgehouden in Algerije en
in het moederland is naar ik hoop bekend. De Franse politie liet zich ook niet onbetuigd: toen de Algerijnen uit de Parijse
regio op dinsdag 17 oktober 1961 de oproep van de FLN (het Bevrijdingsleger van Algerije) om de avondklok te negeren massaal
beantwoordden, beleefde Parijs een slachting. 'In zijn boek 'La Bataille de Paris', dat in 1991 verscheen bij Editions du
Seuil in Parijs, beschrijft Jean-Luc Einaudi minutieus, uur per uur, geval per geval, hoe de Parijse politie die nacht te
keer ging, fusilleerde, mensen in de Seine wierp, ongewapende Algerijnen met slagen om het leven bracht. (...) Geen enkele
agent was door een kogel gewond. Maar de repressie maakte meer dan 200 doden. De onderneming om deze slachting te ontkennen
slaagde.' ("De slag om Parijs" in: "De Medialeugen", Uitgeverij EPO i.s.m. Uitg. De Papieren Tijger, 1994, ISBN 90 6445 809
X (EPO) en ISBN 90 6728 055 0 (Papieren TIjger), blz. 106). In een roman over deze slachtpartij roept een van de Algerijnse
hoofdpersonen uit: "... het waren maar Algerijnen. Inlanders, zoals ze onze ouders noemden.' (t.z.p. blz. 126) (JB)
2) Zie hiervoor bijv. de pas verschenen bundel 'Heeft Amerika een Derde Wereldoorlog nodig?' die eveneens bij Uitgeverij
EPO verscheen en wel als nummer 63 in de Marxistische Studies, juli-september 2003. Men hoeft geen marxist te zijn om de mening
van de auteurs 'dat de Amerikaanse administratie onder George Bush junior deze richting is ingeslagen' op zijn minst serieus
te nemen en te onderzoeken. Hoewel nuancering op zijn plaats is en bijv. naast macro-economische factoren sociaal-psychologische
factoren en zelfs motieven zeker een rol spelen (die echter onvoldoende aan bod komen) is dit toch een reeks belangwekkende
artikelen. (JB)
3) 'Haitham, Aboe Ali al-Hazin ibn al-, gelatiniseerde naam: Alhazen (Basra (in het huidige Irak, JB) ca. 965 Caïro
1039), Arabisch wis-, natuur- en sterrenkundige, was werkzaam aan de Dar-al-hikma (Academie) te Caïro. Hij schreef o.a. filosofische
en medische werken en studies over schemering en wolken, doch is vooral bekend door zijn werk over optica, Kitab al-manazir,
dat in 1270 in Latijnse vertaling onder de titel Opticae thesaurus in Europa bekend werd en grote invloed uitoefende.
Op wiskundig gebied schreef hij een verhandeling over de inhoud van een segment van een omwentelingsparaboloïde. Hij was bekend
met het werk van Euclides en trachtte een bewijs te geven voor het parallellenpostulaat.' ("Haitham, Aboe Ali al-Hazin ibn
al-", ® Encarta® 98 Encyclopedie Winkler Prins Editie. © 1993-1997 Microsoft Corporation/ Elsevier.)
4) 'Geminiacum was een pleisterplaats langs de Romeinse heerbaan Tongeren-Bavai. In 1123 genoot Gembloers
reeds stadsrechten. In de Slag bij Gembloers (31 jan. 1578) versloeg Don Juan van Oostenrijk het leger van de opstandige Nederlandse
gewesten. In 1794 werden de Oostenrijkers er verslagen door de Fransen.' ("Gembloers", ® Encarta® 98 Encyclopedie Winkler
Prins Editie. © 1993-1997 Microsoft Corporation/ Elsevier.) De slag bij Gembloers in mei 1940 wordt in dit lemma in het geheel
niet genoemd...
© Jan Bontje 2004 (eerder geplaatst op de website van OpSpraak, hier enigszins aangepast)