Volslagen anders dan de meeste boeken over de Tweede Wereldoorlog is "Montyn", waarvan de eerste druk in
1982 verscheen. Montyn is het relaas van een doodgewone Hollandse jongen - Jan Montyn - die zich in het fijn christelijke
milieu van zijn geboorteplaats Oudewater te pletter verveelt en het avontuur zoekt wanneer de oorlog uitbreekt en Nederland
wordt bezet. Hij meldt zich vrijwillig bij de Duitse marine. Vanaf dat moment zijn we getuige van de verschrikkingen en krankzinnigheden
van de oorlog, bezien door de bril van een jonge vent die de kant van de vijand en bezetter koos. Het boek leest als een spannend
jongensboek waarin de hoofdfiguur van het ene avontuur in de andere rampzalige toestand belandt. Hij overleeft situaties waarin
anderen het loodje leggen, gaat na de oorlog als vrijwilliger naar Korea om daar 'net als tijdens de oorlog' het communisme
te bestrijden. "Ik had toch maar mooi tegen de communisten gevochten. Twee keer zelfs. Ja, maar de eerste keer aan Duitse
zijde. - Aan de zijde van de huidige bondgenoot dus. Het tijdperk van de Koude Oorlog was aangebroken." Vervolgens gebruikt
hij zijn talent als schilder en tekenaar en klimt in het Nederlandse leger op, rolt van het ene feest in de andere orgie en
leeft al frauderend en schilderijen vervalsend in een roes tot hij in een cel ontwaakt. Gek genoeg wekt deze van landverrader
tot gevierd kunstenaar opgeklommen wildebras geen haat of afkeer. Wel groeit bij deze lezer, naast sympathie voor Montyn als
mens, de afkeer van het oorlogsbedrijf. "Zolang de machine maar bleef draaien. Mensenlevens waren cijfers op papier."
Een Duitse commandant van Montyn, Carstens, vat, zonder overigens de consequenties te trekken, in één woord samen wat
oorlog is en waartoe hij leidt: "Wahnsinn..." De waanzin van de oorlog bestaat niet alleen uit dood en verderf, maar
ook uit krankzinnige ongerijmdheden. Terwijl 'de één een oog mist en de ander een mitella heeft', jongens van zestien voortsjokken
naast vaders van middelbare leeftijd, allen op weg naar de dood, tekent Montyn duikbommenwerpers, een trein op een spoordijk,
menselijke figuren. Willy, 'een jongen die nogal opviel', leest Rilke. "'Poëzie lezen,' verklaarde hij, 'is even mooi
als luisteren naar muziek. Maar poëzie kennen, de regels kunnen proeven op je tong, is bijna zo mooi als het spelen van muziek.'"
Terwijl deze Willy zonder het te weten de poëzie, de cultuur, ja, de beschaving zelf redt voor een plekje in de geschiedenis,
is daar ondertussen "(...) de geur van het slagveld, de geur van lijken, van vervuiling, diarree."
In april 2003 werd bekend dat er plannen bestaan om het levensverhaal van Montyn te verfilmen aan de hand van het
boek van Kooiman die o.a. ook het script schreef voor de film 'De smaak van water' van Orlow Seunke. De schrijver is oprichter
van het literaire tijdschrift De Revisor.
© Jan Bontje 2004