RECENSIES
NONSENS- EN PLEZIERDICHTEN
Home
OORLOGSJUNKS
DRIE KLUITEN OP EEN HONDJE
DE ARROGANTIE VAN DE MACHT
ETEN, VUREN EN BEUKEN
DE SCHADUW VAN DE STER
DE WASSENDE REGENBOOG - Eddy Lie
RIJSTPAP, TULPEN & JIHAD
KOMRIJ'S NEDERLANDSE POËZIE van de 19de t/m de 21ste eeuw in 2000 en enige gedichten
HET LATIJN VAN JAPAN
EN WAT DEED MIJN EIGEN VOLK?
NONSENS- EN PLEZIERDICHTEN
LETTERLUST - Kees van Kooten en Ewald Spieker
HANDBOEK VOOR SCHRIJVERS 2003-2004
DE VOORLEZER - Bernhard Schlink
DE GESCHIEDENIS VAN HET DENKEN - André Klukhuhn
ALBERT CAMUS - Een leven tegen de leugen.
Bert Bakker FOLIO-REEKS
HANDGESCHREVEN WERELD - NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR IN DE MIDDELEEUWEN
Beigbeder, Frédéric: EUR 14,99
SCHURKENSTAAT - William Blum
Caldicott, Helen: NIEUW NUCLEAIR GEVAAR
Duo Duo - HET OOG VAN DE STILTE
FUGA
ZWART BORD - Nico Hirt en Gérard de Selys
DE KRITISCHE REEKS van Uitgeverij LEMNISCAAT
Sartre, Jean-Paul - HET ZIJN EN HET NIET
TOM LANOYE HARD GEMAAKT
VERSVORMEN - Drs. P
VIJFDE BULLETIN - TWEEDE WERELDOORLOG
Steinz, Pieter: LEZEN etcetera - Gids voor de wereldliteratuur
ANTON CONSTANDSE - biografie en artikelen
Fransen, Peter e.a. - 11 SEPTEMBER - Waarom de kapers vrij spel kregen
MONTYN - door Dirk Ayelt Kooiman
ANTOINE DE SAINT-EXUPÉRY - door Paul Webster
CONSUELO, De roos en de Kleine Prins
SIEGFRIED
50 JAAR WORLD PRESS PHOTO
 
___________________________________________________________________________
 

'Ik wou dat ik twee hondjes was - Nederlandse nonsens- en plezierdichters van de twintigste eeuw' - samengesteld door Vic van de Reijt - Uitg. Bert Bakker, Amsterdam, 20ste, herziene en uitgebreide druk, 2003 - 228 blz. - ISBN 90-351-2252-6

Het schrijven van nonsenspoëzie en plezierdichten (light verse, luchtige verzen, lichtvoetige verzen, whats in a name?) is een hele kunst en kunde. Humor is een serieuze kunst - naar quasi- of onbedoeld grappige gedichten zal men in deze bundel dan ook tevergeefs zoeken. 'Candlelight poëzie' is er gelukkig ook niet in te vinden.

Drs. P., de grondlegger van het plezierdichten, is van mening dat dichterlijke vrijheid gewoonlijk dichterlijk onvermogen is. Vormvastheid was en is naast kwaliteit dan ook een van de vereisten om te worden opgenomen in dit olijke walhalla der 'lichte' poëzie. Hoe het ook zij, deze twintigste druk van de oorspronkelijk in 1982 verschenen verzameling is van a tot z smullen. De titel, waarmee gelijk de toon is gezet, is ontleend aan het gedichtje SPLEEN van Godfried Bomans:

Ik zit mij voor het vensterglas

onnoemelijk te vervelen.

Ik wou dat ik twee hondjes was,

dan kon ik samen spelen.

Sinds de eerste druk zijn meer dan tachtig nieuwe gedichten van gevestigde namen als Drs. P., Ivo de Wijs, Willem Wilmink, Hans Dorrestijn, Lévi Weemoedt, Driek van Wissen, Marjolein Kool, Frank van Pamelen, Jan J. Pieterse en Kees Torn toegevoegd in deze geheel herziene editie. Uiteraard - in enkele gevallen minder voor de hand liggend - ontmoeten we daarnaast (opnieuw) o.a. Herman Pieter de Boer, Jan Boerstoel, Godfried Bomans, Simon Carmiggelt (onder het pseudoniem Karel Bralleput), Cees Buddingh, Jules Deelder, Jan G. Elburg, Jan Hanlo, Toon Hermans, Willem van Iependael, Jan Kal, Gerrit Komrij, Alfred Kossmann, Rudy Kousbroek, Lucebert, Jeroen van Merwijk, Johnny Kraaykamp, Lennaert Nijgh, John OMill (ps. van Jan van der Meulen), Paul van Ostaijen, E. du Perron, Michel van der Plas, Karel van het Reve, A. Roland Holst, Nico Scheepmaker, K. Schippers, Annie M.G. Schmidt, J. Slauerhoff, Henk Spaan, Lemmens (ps. van Cees van der Pluijm), Kees Stip, Marten Toonder, Cornelis Bastiaan Vaandrager, Simon Vestdijk, Simon Vinkenoog, De vliegende panters, Leo Vroman, Ivo de Wijs en Daan Zonderland.

Zoals het een bloemlezing van naam betaamt is de bundel ingedeeld naar genre (hoewel dit soms arbitrair is, maar een kniesoor die zich daaraan ergert): naast humor voor beginners en pastiche & parodie treft men bijv. hartenkreten, een weemoedige afdeling en (woord-)acrobatiek aan. Naast de onvolprezen Dodenrit per trojka van Drs. P. is daar die prachtige vondst van Kees Torn:

ECHT GEBEURD

Mijn opa, een voormalige soldaat

Gaf mij een oude Duitse handgranaat

Die zie je tegenwoordig bijna nooit

Maar vroeger werd je ermee doodgegooid

Verrassend is het gedicht ANTON CONSTANDSE, waarin Jan Kal een onverwachte eigenschap van deze onvolprezen cultuurdrager (1899-1985) etaleert: als een bal in het voortuintje van opaatje (Constandse) belandt kunnen de kinderen ernaar fluiten. Dit doet me denken aan een chef die we in mijn oertijd meneer moesten noemen terwijl hij, naar eerst veel later bleek, sinds de dertiger jaren (van de 20ste eeuw) revolutionair socialist was en dus net als Constandse ijverde voor een maatschappij zonder rangen en standen! Niets (on)menselijks is ons, mensen, vreemd

Hoe serieus het plezierdichten ook is, Lévi Weemoedt mag de draak steken met de limerick:

Er was eens een kikker in Ommen

(Kan het ú ene klote verdommen?!)

Een bundel om zo spoedig mogelijk aan te schaffen en dan te genieten van de taalkronkels en woordkreukels die deze nonsens- en plezierdichten kenmerken.

© Jan Bontje 2003