Soms wordt een argument je zomaar in de schoot geworpen. Zo beweert de Engelse historicus A.N. Wilson in een in
2002 verschenen studie dat koningin Victoria de vrucht was van een buitenechtelijke relatie. Victoria was van 1837 tot 1901
koningin van Groot-Brittannië. In een krantenartikel staat hierover onder meer: "Als Wilson's bewering juist is, valt te betwisten
of de afstammelingen van Victoria, onder wie de huidige koningin Elisabeth, wel recht hebben op de troon. Als Victoria een
buitenechtelijk kind was, zou prins Ernst van Hannover, de om zijn misdragingen bekendstaande echtgenoot van prinses Caroline
van Monaco, koning moeten worden." Voor roddelbladen en aanverwante rioolkickers een bericht om van te smullen, zeker,
maar voor republikeinen een 'godsgeschenk'. Als er ooit een argument was tegen erfopvolging, dan hier en nu. Erfopvolging
immers is gebaseerd op bloed en bodem. Victoria heeft blijkbaar nauwelijks blauw bloed: ze is waarschijnlijk niet meer
of minder dan een 'adellijk halfbloedje'. Regeerbekwaamheid blijkt dus geen moer te maken te hebben met blauw bloed.
Ook niet met 'bodem' oftewel bezit, want als de waarheid in 1837 bekend was geweest zou Victoria nooit de volledige Engelse
bodem plus toenmalige koloniën de hare hebben mogen noemen. Er zijn overigens zat 'koninklijke' lieden voortgekomen uit
het keukengerij van menig huis-, tuin- of keukenprinses...
© Jan Bontje 2002/2003
(Eerder geplaatst in de OpSpraak Nieuwsbrief nummer 70, week 36,7 september 2002; hier iets gewijzigd.)