COLUMNS & CURSIEFJES
MENSEN STRALEN OVERAL
Home
In vredesnaam
Aso
Prometheus bevrijd
NEE
ELFBOEKENTOCHT
KAPPEN MET KAPPEN!
DE DOLLAR
LEEGTE
ALLOCHTOON
CHRISTENEN MET VISIE
BLOED EN BODEM
DE VONK
EEN MACHTIG WAPEN
HOMO UNIUS LIBRI
BESTWETERS
EQUUS PUBLICUS
BEULEN
LA MORTE NON CONTA
AANDEEL
HUTSPOT
LEVE DE POËZIE
MENSEN STRALEN OVERAL
UNICITEIT
HET LAND AAN ORANJE
E PLURIBUS UNUM
ESPERANTO
HOOP
MIDNIGHT SPECIAL

Bij The International Star Registry (de zelfbenoemde burgerlijke stand van de sterren) kun je een ster 'kopen'. Voor een kleine vijftig euro mag je je eigenaar noemen van zo'n hemellichaam. Je krijgt een certificaat met de naam en coördinaten van 'jouw' ster, de aankoopdatum en een sterrenboek met een kaart waarop jouw ster omcirkeld is. Dit is werkelijk de dwaasheid ten top. Is het al lachwekkend om te denken dat je een stukje aarde in bezit kan hebben, om een ster te claimen moet je wel totaal de weg kwijt zijn. Toch is deze waan van de dag een 'logisch' uitvloeisel van onze maatschappij. Alles wordt immers als 'waar' d.w.z. als handelswaar gezien. Zelfs de mens - en nu dus ook sterren. De Franse schrijver ANTOINE DE SAINT- EXUPÉRY *) schreef in 1942 zijn sprookje voor volwassenen 'De kleine prins'. Daarin stak hij onder meer de draak met een heer die beweerde eigenaar van de sterren te zijn. De Saint-Exupéry kon niet bevroeden dat we zo diep zouden zinken dat dit idee ooit 'werkelijkheid' zou worden.

Als mensen 'vechten' om een ster is de lachende derde natuurlijk de organisatie die waardeloze eigendomsbewijzen verkoopt. Met een hemeltergend gemak kunnen ze astronomische winsten opstrijken. De hebzuchtige, verveelde en verwende massamens holt immers achter elk 'idee' aan.

Ik neem "De kleine prins" maar weer eens ter hand...

© Jan Bontje 2002

(Eerder geplaatst in de electronische Nieuwsbrief BeeldSpraak nummer 82, week 48, 30 november 2002)

 

*) Hieronder mijn essay (uit 1998- in de oorsronkeljke vorm staat het op mijn website 'Jan Bontje'; ik heb het hier en daar aangepast) over deze schrijver:

ANTOINE DE SAINT- EXUPÉRY

Terwijl u dit leest is de Euro allang gemeengoed geworden in een groot aantal Europese landen. Tot 2002 kon men in Frankrijk een in 1993 door dat land ingevoerd bankbiljet van 50 francs gebruiken. Misschien herinnter u het zich nog. Op de voorkant van het overwegend blauwe biljet zien we het portret van een vriendelijke man, keurig in het pak, met milde ogen die veel moeten hebben gezien. Verder een groene en een gekleurde illustratie, zo te zien uit een kinderboek. Ook een kaart van Europa, Afrika en het Midden-Oosten met rode lijnen die luchtroutes moeten voorstellen. Op de achterzijde zien we hetzelfde pientere jochie van de voorzijde en verder een tweepersoons tweedekker uit de pioniersjaren van de burgerluchtvaart, boven een woestijn. Ook het watermerk is een portretfoto van deze Fransman.
Wie was deze man en wat maakte hem zo belangrijk dat hij op een bankbiljet werd vereeuwigd? En wat betekenen die illustraties?
De persoon in kwestie is de vlieger-schrijver of schrijver-vlieger Antoine de Saint-Exupéry. Het biljet was een hommage aan deze grote zoon van Frankrijk omdat hij vijftig jaar daarvoor, in 1943, een boek publiceerde dat een klassieker zou worden: "Le petit prince" (1). De tekeningen op het biljet zijn afkomstig uit dit boekje en door de schrijver zelf vervaardigd. Een van de tekeningen stelt een boa constrictor voor die een olifant heeft verzwolgen. De verteller in het boek noemt dit 'versie 2' van zijn tekening, waarmee hij de scherpzinnigheid van 'de grote mensen' test. Hij laat hen eerst 'versie 1' zien. Omdat deze tekening niet doorzichtig is, zien volwassenen er een hoed in. Altijd. De dingen zijn immers vaak niet wat zij lijken te zijn. Of liever: volwassenen zien de dingen zoals zij willen dat ze eruitzien. Zij staan niet meer onbevangen tegenover de dingen, hebben hun (kinder)fantasie verloren en noemen dit aftakelingsproces dan 'door schade en schande wijs geworden'.

Antoine de Saint-Exupéry stamde uit een oud adellijk geslacht en werd geboren in Lyon, Frankrijk, op 29 juni 1900. Hij overleed op 31 juli 1944. Een kort leven, maar zo bewogen dat het onvergetelijk is geworden. Zijn leven stond in het teken van de literatuur en de luchtvaart. Zijn boeken weerspiegelen dit. De meeste zijn gebaseerd op zijn jarenlange ervaringen als vlieger. In de twintiger jaren van de twintigste eeuw onderscheidde hij zich als pionier bij de nachtvluchten boven Zuid-Amerika. Mede dank zij hem werd het mogelijk lijnvluchten voortaan ook 's-nachts uit te voeren. De navigatie was nog uitermate gebrekkig en de techniek van de toestellen stond nog in de kinderschoenen. Zo waren de motoren onbetrouwbaar en kon de sterkte van de romp bijv. niet worden berekend. Daardoor waren deze nachtvluchten een hachelijke onderneming. De vliegers moesten hun vliegrichting onder meer bepalen aan de hand van het licht van de steden onder hen. Boven de Afrikaanse woestijnen, waar 'de Saint-Ex' ook vloog, moesten zij genoegen nemen met het kampvuur van nomaden. Zijn Zuid-Amerikaanse ervaringen vormden het uitgangspunt voor de roman "Vol de Nuit". (2) Hierin schildert hij het conflict tussen drie partijen: de luchtvaartondernemer die de nachtvlucht ten koste van alles wil voltooien "in het belang van de toekomst", de vlieger die een race met de dood vliegt en de vrouw die wil dat haar man heelhuids thuiskomt. In feite behandelt het boek het eeuwige thema of het individu mag worden opgeofferd aan een "groter doel" - in dit geval "de vooruitgang". Dit onzekere en onbekende doel wordt door "de anderen" - machtiger dan het individu - geformuleerd... Al zijn boeken weerspiegelen de worsteling om menselijkheid. In 1935 nam de Saint-Ex deel aan de luchtrace Parijs-Saigon. Boven de Libische Woestijn ontsnapte hij daarbij nog maar net aan de dood. - Het sprookje van de kleine prins speelt zich deels af in de Sahara, waar de verteller een noodlanding heeft gemaakt. Hij ontmoet een klein mannetje dat zeer scherpzinnig en grappig blijkt te zijn. (1)
De ontwikkeling van de luchtvaart in het algemeen en de techniek van het vliegtuig in het bijzonder lagen hem na aan het hart. Hij heeft er door zijn gewaagde vluchten en zijn doorzettingsvermogen maar ook door zijn technische uitvindinggen zelf veel toe bijgedragen. Wie nu een 'vol de nuit' naar zijn vacantiebestemming Isla Margarita maakt heeft dat ook aan deze Fransman te danken!  De evolutie van het vliegtuig was voor hem meer dan een puur technisch gegeven - het was 'in techniek gegoten' culturele en geestelijke vooruitgang. Ik denk dat ik er niet ver naast zit als ik zijn opvattingen hierover vergelijk met het sterke religieuze gevoel dat  de middeleeuwse mens in staat stelde schitterende kathedralen te bouwen. Vergelijk - niet gelijk stel! Hij verheerlijkte het vliegtuig als materie geworden luister. Het overwinnen van de zwaartekracht, dat de mens als een vogel  boven de aarde verhief, maakte hem lyrisch. De verwrongen geestesgesteldheid die tot oorlogen leidt deed aan die prestatie en dat gevoel niets af.
Vrijwel alle technische en maatschappelijke verworvenheden zijn misbruikt. Niet het vliegtuig is slecht maar de machten die het misbruiken om er oorlog mee te voeren zijn ontspoord. Niet het dynamiet van Nobel is misdadig maar het gebruik ervan als vernietigingswapen tegen mensen. Het doel heiligt de middelen niet.
 
De Saint-Exupéry's opvattingen over solidariteit en menselijkheid waren meer dan grote woorden. Hij nam, nadat Frankrijk in november 1942 door de nazi's was bezet, 'vanzelfsprekend' dienst bij de geallieerden. Om precies te zijn: als vlieger bij de Amerikaanse luchtmacht in Noord-Afrika. Hij was zich bewust van de tegenstrijdigheid van deze keuze. Om de menselijkheid te handhaven nam hij immers zijn toevlucht tot inhumane middelen. Oorlog was in zijn ogen een afschuwelijke ziekte. Uit zijn dagboekaantekeningen uit die tijd blijkt dit overduidelijk. Hier ook toont zich de schrijver. In juli 1943, toen hij gestationeerd was in la Marsa bij Tunis, schreef hij over zijn verblijf op een vliegbasis van de Amerikaanse luchtmacht en over de oorlog. Om zijn denkbeelden duidelijk te maken veroorloof ik mij een lang citaat:
     "(...) dat deze verschrikkelijke mensenwoestijn niets heeft dat mijn hart streelt. Ook dit, evenals de nutteloze verkenningsvluchten zonder hoop op terugkeer in juni 1940, is een ziekte waar men doorheen moet. Ik ben voor onbepaalde tijd 'ziek'. Maar ik ken mijzelf niet het recht toe deze ziekte niet door te maken. Dat is alles. Vandaag ben ik diep treurig - het zit heel diep.
Ik treur om mijn generatie, die van alle menselijke substantie is ontdaan.
(...) Ach generaal, er is ter wereld maar één probleem, één enkel probleem. Hoe kan men de mensen weer een geestelijke betekenis, een geestelijke onrust geven; iets op ze laten neerdalen dat op een Gregoriaans gezang lijkt. Als ik het geloof had, zou ik ongetwijfeld, zodra dit 'noodzakelijke en ondankbare karwei' achter de rug is, alleen nog Solesmes kunnen verdragen. (3) Ziet u, men kan niet meer leven van ijskasten, van politiek, van balansen en kruiswoordraadsels. Men kan het niet meer. Men kan niet meer leven zonder poëzie, zonder kleur, zonder liefde. (...) Er is maar één enkel probleem: het komt erop aan weer te ontdekken dat er een leven van de geest is, dat nog hoger staat dan het leven van de rede en dat het enige is dat de mensen voldoening kan schenken. (...) (De) mens heeft geen betekenis meer. (...) De mens die men voedert met confectiecultuur, met standaardcultuur, zoals men rundvee voedert met hooi. Zo ziet hij eruit, de mens van vandaag.
Het kan me niets schelen om in deze oorlog te vallen. Wat zal er immers overblijven van wat ik liefhad? Ik bedoel niet alleen de mensen, maar ook de gebruiken, de onvervangbare accenten, een bepaald geestelijk inzicht. (...) Het kan me weinig schelen in deze oorlog te vallen. Of wanneer ik ten offer zou vallen aan de razernij van die vliegende torpedo's die niets meer met de vliegerij te maken hebben en van de vlieger tussen zijn knoppen en wijzerplaten een soort boekhouder hebben gemaakt (ook de vliegerij is een bepaalde ordening van relaties). Maar voor het geval dat ik levend terugkom van dit 'noodzakelijke en ondankbare karwei', zal er voor mij nog maar één probleem zijn: wat kan, wat moet men tegen de mensen zeggen?"
(4)
De grote schrijver bewonderde het technisch geavanceerde militaire vliegtuig waarmee hij vloog - "Het is een mooi toestel." (4) - maar zijn plezier in het vliegtuig en het vliegen was door de oorlog vergald. De Saint-Ex was een mens vol mededogen die leed onder de waanzin van de oorlog. De laatste maanden voor zijn dood was hij erg somber. Op 31 juli 1944 keerde hij niet meer terug van een verkenningsvlucht boven bezet Frankrijk met zijn "mooie toestel", een tweemotorige verkenner van het type Lockheed P-38 "Lightning". Door onbekende oorzaak stortte hij, kort nadat hij was opgestegen van een basis op Corsica, in zee bij Cannes. Speculaties deden de ronde: werd hij neergeschoten door de vijand, kreeg hij domme motorpech of pleegde hij misschien zelfmoord? Tientallen jaren hoopte men dat het raadsel zou worden opgelost. Bij toeval haalde een Franse visser in september 1998 een zilveren armband op die aan de Saint-Exupéry moet hebben toebehoord. In october van hetzelfde jaar werd een expeditie uitgerust die naar het wrak zou gaan zoeken waarin zich de stoffelijke resten van de schrijver moeten bevinden. Maar nog steeds is niet duidelijk of dit zo is.
 
EERBIED VOOR DE MENS!
 
De Saint-Exupéry gaf in zijn boeken de karakteristieke visie weer van de vliegenier op de natuur en de mens. Maar ook zijn eigen hoge opvattingen over menselijke waardigheid, verantwoordelijkheid en solidariteit. Juist door de enorme hoogten waar de luchtvaart de mens ook letterlijk bracht zag hij de betrekkelijkheid en de kleinhartigheid van onderlinge strijd steeds duidelijker in. De techniek had de wereld één geheel gemaakt maar de armen van geest beseften dit nog niet en bleven elkaar en daarmee zichzelf beoorlogen.
    "Er zijn ontelbare contacten, directe verbindingen. Wij zijn samengevoegd als de cellen van een zelfde lichaam. Maar dit lichaam heeft nog geen ziel. Dit organisme is nog niet ontwaakt tot bewustzijn van zichzelf..." (4)
Hij werd door deze tegenstrijdigheid gekweld. Hij was "humanist" in de meest letterlijke en verheven betekenis van het woord. De mens als zelfstandig wezen en de bezorgdheid óm en zorg vóór die mens stonden in zijn denken en doen centraal. In dezelfde aantekening lezen we:
    "Eerbied voor de mens! Eerbied voor de mens! Dat is onze maatstaf." (4)
Let op de uitroeptekens. Deze lijken misschien onbelangrijk, maar weerspiegelen in werkelijkheid heel treffend zijn vertrouwen in de geestelijke veerkracht van de mens, hoezeer deze ook is aangetast door oorlog en fascisme. Hij was zich sterk bewust van de complexe "ziekte" waarvan hij de uitwassen zo goed kende: overspannen nationalisme en chauvinisme, fascisme en nazisme, burgeroorlog en wereldoorlog, rassenhaat en xenofobie, materialisme en egoïsme, dictatuur en militarisme.
    "Dan zal je dus over jezelf oordelen, antwoordde de koning. Dat is het moeilijkste. Het is veel moeilijker over jezelf te oordelen dan over anderen. Als het je lukt om een juist oordeel over jezelf te hebben, dan heb je de ware wijsheid gevonden." (1)
De schrijfstijl van de Saint-Exupéry was ongekunsteld want de echo van zijn levenshouding. Er gaat eerlijkheid, eenvoud en oprechtheid van uit - eigenschappen die "klassiek" of voor mijn part "ouderwets" mogen worden genoemd. Maar dan wel in de goede betekenis van het woord. Geen mooischrijverij of opschepperij, geen scheldkanonnades maar ook geen gevlei, geen politiek gedram of hoogdraverij, geen egocentrisme of sterallures, geen sneren naar anderen.
"Terwijl het prinsje verder reisde bedacht hij, dat alle anderen op die lantaarnopsteker neer zouden zien: de koning, de ijdeltuit, de dronkaard en de zakenman. En toch is hij de enige, die ik niet belachelijk vind. Misschien omdat hij zich met andere dingen dan met zichzelf bezighoudt." (1) Woorden die helaas maar al te actueel zijn in dit overspannen ik-tijdperk. Zijn boeken zijn een verademing vergeleken met het werk van sommige "moderne" schrijvers die zich in hun boeken - of erger nog, daarbuiten - te buiten gaan aan genoemde ondeugden. "De grote mensen zijn toch wel wonderlijk, zei hij tegen zichzelf, onder de reis." (1) Dat gaat nog steeds op: zo belangrijk als zijn opvattingen waren, zo boeiend als zijn boeken zijn, zo weinig worden worden ze tegenwoordig  nog gelezen.
De Saint-Exupéry was een mens die deugde. Zijn onvermogen met zijn geliefde Consuela samen te leven, zijn nonchalance die hem tot brokkenpiloot maakte, doen daar niets aan af. Zij maken hem eerder tot een mens van vlees en bloed. Ik hoop dat dit artikel de belangstelling voor zijn werk zal vergroten.

Noten

(1) "Le petit prince" - 1943 - met tekeningen van de schrijver zelf. In Nederlandse vertaling "De kleine prins". Het is een "modern filosofisch sprookje". Dit juweeltje, dat over de hele wereld tot de klassieken wordt gerekend, beleefde ook in het Nederlands tientallen herdrukken.
(2) "Vol de nuit" - 1931- met een voorwoord van André Gide [1869-1951] - in het Nederlands vertaald als "Nachtvlucht".
(3) Solesmes: bepaalde Gregoriaanse zang genoemd naar het dorpje van die naam in Frankrijk ten zuidwesten van le Mans, dat in de 19de eeuw een invloedrijk centrum was voor de vernieuwing van de liturgie en in het bijzonder van de Gregoriaanse zang in de Rooms-Katholieke kerk.
(4) "Stemmen buiten de tijd - brieven en dagboekfragmenten uit dertig landen - 1939-1945" samengesteld door Hans Walter Baehr, Nederlandse uitgave A.W. Bruna & Zoon, Utrecht / Aartselaar 1984.
 
© Jan Bontje 1998/2003/2004