COLUMNS & CURSIEFJES
NEE
Home
In vredesnaam
Aso
Prometheus bevrijd
NEE
ELFBOEKENTOCHT
KAPPEN MET KAPPEN!
DE DOLLAR
LEEGTE
ALLOCHTOON
CHRISTENEN MET VISIE
BLOED EN BODEM
DE VONK
EEN MACHTIG WAPEN
HOMO UNIUS LIBRI
BESTWETERS
EQUUS PUBLICUS
BEULEN
LA MORTE NON CONTA
AANDEEL
HUTSPOT
LEVE DE POËZIE
MENSEN STRALEN OVERAL
UNICITEIT
HET LAND AAN ORANJE
E PLURIBUS UNUM
ESPERANTO
HOOP
MIDNIGHT SPECIAL

(Oorspronkelijk geplaatst in Weekblad Spijkenisse 16 november 2004; hier enigszins gewijzigd)

Vrijheid van meningsuiting. Iedereen heeft het de laatste tijd vóór in de mond. Ook bij de moord op Theo van Gogh heet ‘de’ ‘vrijheid van meningsuiting’ ‘vermoord’. Kletskoek. De wet staat nog steeds toe onze mening zonder voorafgaande censuur kenbaar te maken, dus is er nog steeds sprake van vrijheid van meningsuiting. Dat het bezit van kapitaal en dus macht het uitoefenen van dat recht voor de één makkelijker maakt dan voor de ander, spreekt vanzelf, maar  wordt door dezelfde lieden die nu het hardst schreeuwen natuurlijk ontkend.

De heer van Gogh gaf in zijn columns geen méning: hij beledigde ‘gewoon’ en wel met voorbedachten rade. Hij pleegde stelselmatig, weloverwogen en ononderbroken, een boosaardige, bewuste aanslag op de reputatie van élke islamiet - jong én oud, man én vrouw, liberaal én orthodox, vrijzinnig én fundamentalistisch. Als je dat doet en dan ook nog provocerend schrijft dat ‘ze’ ‘nu wel’ een mes in je rug zullen zetten, dan vráág je om problemen. Natuurlijk kan en mag moord geen antwoord zijn op belediging. Dat mag zo zijn in barbaarse culturen, volgens achterlijke geloofsopvattingen of in onderontwikkelde samenlevingen - hier is dat ten enenmale onacceptabel. De verdachte van de weerzinwekkende moord op van Gogh zal dan ook in een, eerlijk, proces hierop moeten worden aangesproken. Daarbij zal echter ook moeten worden gezocht en geluisterd naar de motieven van de verdachte. Waaróm moordde deze man en waarom op deze manier? Welke duistere, mensvijandige ideologie is als een dodelijk gif zijn hersencellen binnengedrongen en heeft hem tot een daad gebracht die niet anders dan met termen als barbaars, walgelijk, weerzinwekkend, middeleeuws, onmenselijk, kan worden omschreven?

Extremisten kicken op extremistische reacties. Van Gogh kickte op het moslimextremisme dat hij als een voorwendsel zag om zijn eigen schunnigheden op papier te smijten. Als men in islamitische kringen niet op hem had gereageerd had hij in zijn eigen vet gewoon kunnen gaar koken. Of men had hem voor de rechter kunnen slepen. Moslimfascisten kicken echter op uitlatingen als die van Theo van Gogh, Geert Wilders en Hirsi Ali en op brandstichtingen in scholen en moskeeën, omdat zij daarin een rechtvaardiging zien voor hun eigen misdadige praktijken.

Het antwoord op types als van Gogh of Wilders, op het Vlaams (v/h) Blok, op het moslimfascisme, op het neonazisme, op elke ideologie die kerken, scholen, synagogen of moskeeën in brand steekt om haat te zaaien en bevolkingsgroepen tegen elkaar op te zetten, is tegelijk eenvoudig en moeilijk. Het is eenvoudig: ‘nee’. Onvoorwaardelijk dient ‘nee’ te worden gezegd tegen extremisme van welke kant ook. Het is tegelijk moeilijk: extremisten zijn gehaaid in het zaaien van tweedracht, in het opfokken van jongeren, in het opzetten van bevolkingsgroepen tegen elkaar, in het bang maken van vooral ouderen. Bovendien worden deze tegenstellingen opgeklopt door de media en de regerende kaste om hun eigen belangen veilig te stellen. De geschiedenis zou ons kunnen leren hoever ze daarin kunnen gaan. Een massaal en oorverdovend NEE móét daarom klinken, opdat onze vrijheid gehandhaafd blijft en zélfs types van het slag van Gogh, Wilders, Hirsi Ali en consorten vrij kunnen blijven rondlopen en hun verwerpelijke ideeen verkondigen.

© Jan Bontje 2004