Enkele jaren geleden schreef ik, overigens geheel onafhankelijk van
elkaar, onderstaande twee bontjes (haiku):
alleen maar woorden
heb ik tegen de dreiging
van wat komen gaat
en:
De wereld luistert
als Nelson Mandela spreekt.
Zijn droom geeft ons hoop.
Het eerste schreef ik in 1997 maar is 'actueler' dan ooit. Het
tweede gedicht herschreef ik nadat ik Nelson Mandela op tv zag en hoorde. Oorspronkelijk luidde de eerste regel 'Afrika
luistert'. Mandela is echter in staat heel de wereld naar hem te laten luisteren - zonder dwang. Hij heeft immers werkelijk
wat te zeggen...
In tegenstelling tot politiek is poëzie teer, kwetsbaar. Dichters zijn mensen
zonder macht. Soms kan poëzie echter iets verduidelijken en als bij toverslag inzicht verschaffen, al zal iedereen
zijn eigen interpretatie hebben. De lezer herschept het gedicht - onophoudelijk. Zo verwoordt poëzie datgene wat veel
mensen voelen of denken maar niet onder woorden kunnen brengen. Poëzie woekert als een zwam en ondermijnt versteende gedachten.
Zo kan poëzie toch een machtig wapen worden in handen van de dichter en zijn lezers.
© Jan Bontje 2003/2004
Deze column werd eerder geplaatst in de OpSpraak Nieuwsbrief, nummer
90, week 5, 1 februari 2003; hier op een aantal punten gewijzigd.
De twee bontjes staan, met nog enkele andere, ook op de website "Vrije Boeken"