Zaterdagochtend. Uitslapen, voor mijn doen althans. Om zeven uur sta ik op om mijn recensie van die week te schrijven.
Bijna op het laatste moment, want hij moet die ochtend op de redactie zijn. Waarom zou je het eerder doen als je 'genoeg'
tijd hebt. Onder druk schrijven heeft wel iets. Deze keer had ik een schitterend idee: elf boeken recenseren in één keer.
Uiteraard had ik na lezing aantekeningen gemaakt, dus het moest kunnen. Dacht ik. Het scheen nog te lukken ook, want ik was
al bij nummer 8. Nog even doorbijten. Maar de Goden van Virtualia hadden andere plannen. Zonder enige aanwijsbare aanleiding
stopte de computer midden in een zin. Uiteraard geloofde ik niet wat ik zag, schudde aan toetsenbord en beeldscherm alsof
die er wat aan konden doen en voelde enige paniek opkomen. Nadat ik het kreng opnieuw had opgestart bleek dat ik de laatste
vier recensies kwijt was. Gewoon weg, verdwenen in een of ander zwart gat. Ik zou zweren dat ik de tekst had opgeslagen, maar
hoe ik ook zocht, het bleef bij vier. Geen enkel hulprogramma, hoe veelbelovend en vindingrijk ook, bracht uitkomst. De tijd
drong en ik kon zo vlak na deze laffe aanval van het noodlot de moed niet opbrengen om dezelfde vier recensies opnieuw te
schrijven. Laat staan dat ik door zou gaan tot nummer elf. Dus stuurde ik de vier-in-één-recensie zoals gebruikelijk per e-mail
naar de redactie. Inmiddels was het half 2.
Een uiteenlopend kwartet trouwens: allereerst 'Banvloek' van Peter Edel, een vlugschrift over de banvloek die politiek en media over hem uitriepen na zijn onthullende boek 'De schaduw van de ster' over het zionisme. Dan een boek van Roel van Duijn over gemengde huwelijken in Macedonië. Tot slot een dichtbundel en
een boek over moderne kunst. Het gekke is dat er toch dwarsverbanden zijn tussen deze zo verschillende boeken. Dat was ook
de reden waarom ik ze met 7 andere uitkoos voor een mammoetrecensie. De dichter wijdt een van zijn gedichten aan treurende
moeders in een oorlog; van Duijn gaat in op de oorlogstrauma's die de Balkanlanden teisteren; Edel beschrijft de oorzaken
van de voortdurende oorlog in Palestina (waarvan sinds 1948 een deel Israël wordt genoemd) en de Amerikaanse filosofe
Cynthia Freeland vermeldt, om te laten zien dat geweld en gruwelijkheden al langer in de westerse kunst voorkomen, de Spaanse
schilder Francisco Goya y Lucientes (1746-1828) met o.a. zijn beroemde schilderij 'De derde mei 1808' waarop onschuldige burgers
door een onverbiddelijke, gezichtsloze rij napoleontische soldaten worden neergeschoten. (Uit 'maar is het kunst - een inleiding
in de kunsttheorie', Uitgeverij Prometheus, blz. 30/31.) Een diepe zucht na zoveel inspanning en ellende, maar de poezen kijken
me zó onschuldig aan dat ik in een glimlach verander en ze ontroerd omhels. Ontbijten - of is het al mijn middagmaal? - scheren,
douchen, de kranten lezen en, omdat ik dat mijn muze beloofd heb te doen als zij naar haar werk is, opruimen, stofzuigen en
afwassen. Dan de post uit de gang halen. Weer nieuwe boeken. De recensies die mislukten moeten óók nog aan mijn hoofd en aan
de toetsen ontworsteld worden! Dat wordt volgende week dus toch weer een elfboekentocht ...
© Jan Bontje 2004
(Eerder verschenen in Weekblad Spijkenisse 24 februari 2004; hier op enkele puntjes verbeterd.)