Jean-Paul Sartre: "Het zijn en het niet" (oorspronkelijke titel: Lêtre et le neant, 1943; vertaald en van een voorwoord
voorzien door Frans de Haan) - Uitgeverij Lemniscaat Rotterdam, 2003 - Aantal blz.: 788 - ISBN nr. 90 5637 497 4 - Prijs EUR
59,95.
Alweer zo'n boek dat mijn hart sneller doet kloppen, de verticale ader midden op mijn voorhoofd af en toe gevaarlijk dik
laat zwellen en asociaal gedrag tot gevolg heeft: al lezend ben ik totaal onbereikbaar voor mijn naasten, ook al zitten zij
naast mij op de bank. De vertaler heeft een heidens karwei volbracht en monnikenwerk verricht - een werk van deze opmerkelijke
denker omzetten in - verdomd waar! - af en toe zelfs leesbaar Nederlands. Voor een leek op filosofiegebied, en dat ben ik,
is dit een verschrikkelijke pil om te slikken. Ik had soms het gevoel neer te storten in een ravijn van onbegrijpelijke en
onnavolgbare gedachtegangen, om daarna weer even plotseling te mogen genieten van uitzonderlijke vergezichten.
De filosoof en schrijver Jean-Paul Sartre (1905-1980) - volgens sommigen de filosoof en zelfs de
intellectueel van de twintigste eeuw - was beslist geen kamerfilosoof. Hij koppelde zijn opvattingen aan het dagelijkse doen
en laten van de mens. In zijn gepassioneerde magnum opus - dat hij op latere leeftijd overigens verworpen heeft - draait alles,
net als in zijn andere werken, om de vrijheid. Vrijheid is volgens Sartre niet een eigenschap die we toevallig
bezitten, nee: we zijn om zo te zeggen gedwongen vrij te zijn, we kúnnen niet eens niet-vrij zijn. We zijn vrijheid. Essentie
is het zijn-der-dingen, existentie het zijn-der-mensen. Dit vrij-zijn noemt Sartre soms het niet - dat wonderlijke
niet-zijn dat de mens in staat stelt de wereld te veranderen, te ont-werpen. Uit deze onontkoombare situatie volgt volgens
Sartre dat we eeuwig en altijd keuzes (moeten) maken. Vrijheid betekent in de praktijk van alledag steeds opnieuw kiezen.
We zijn dus verantwoordelijk voor onze keuzes. Projecteer dat maar eens op de huidige generatie lapzwansen die gekozen heten
te zijn om het volk te besturen of op de massa kleurlozen die meent deze lieden gekozen te hebben...
Het is ondoenlijk een samenvatting te geven van dit waanzinnig zinnige werk. Je moet het maar lezen - al zal menigeen,
net als ik, de moed weleens in de schoenen zinken bij het aantreffen van zoveel filosofische onstuimigheid. Maar tegelijkertijd,
of uiteindelijk, zal een machtig en inspirerend beeld oprijzen: een moedig en nog steeds nee, juist nu uiterst actueel pleidooi
voor menselijke waardigheid, vrijheid en verantwoordelijkheid.
Het is jammer dat uitgever en vertaler verzuimd hebben om in een apart hoofdstuk Sartre en zijn werk uitgebreid in historisch
en maatschappelijk perspectief te plaatsen. Voor veel lezers zal het werk daardoor in de lucht hangen - terwijl het in werkelijkheid
is geschreven vanuit een diepgeworteld, hartstochtelijk verlangen de mens en de wereld te begrijpen. Niet voor niets zei iemand
over Sartre dat hij zijn hart in zijn hoofd had! Zo schrijft de man die Nobelprijs weigerde in het Derde Deel, getiteld "Het
voor-de-ander" (hoofdstuk I, De blik) dat in de waarneming (de blik) de ander zich "aan mij openbaart (...) als tegenwoordigheid
in persoon." De mens is niet louter een ding, een object, maar een persoon: een levend wezen met bewustzijn en dus
verantwoordelijkheid: een subject. In het vierde deel, getiteld "Hebben, doen en zijn" lezen we: "Vrij willen zijn
betekent kiezen in deze wereld tegenover de anderen te zijn, degene die zo wil zijn moet ook de passie van zijn vrijheid
willen."
© Jan Bontje 2003